Tegenwoordig is iedereen een toerist

Imágenes: turista | Joven turista buscando un mapa ...

Sinds Corona voel ik me een toerist; een toerist in eigen land en stad. Want ik word de hele tijd verrast en verteld hoe het (tegenwoordig) hoort. Fascinerend. Ik ging zojuist mijn fiets parkeren in de ondergrondse fietsenstalling bij de openbare bibliotheek in Den Haag. Voor corona ben ik hier minimaal 50 keer geweest. Allemaal pijlen op de grond met een hekje tussen de in- en de uitgang en een nog totaal onduidelijke manier hoe ik straks weer uit de fietsenstalling kom. Nou, ben benieuwd… komt wel goed… weer een avontuur vertel ik mezelf.

Ik ga naar rechts, waar ik altijd mijn fiets plaatste, maar er staan ook hier pijlen op de grond. Die kant mag ik niet op. Dus ik kies een ander plekje. Weer een gewoonte overboord. In de verte praat een man tegen iemand. Op zo’n ‘je-doet-iets-niet-goed-toon’. Er loopt een man aan mij voorbij; dat toontje is vast voor die meneer. Ik zet mijn fiets neer, de meneer praat nog steeds, en in mijn richting. Nu toch even opletten: “You talking to me?” (ik zei het gewoon in het Nederlands hoor, maar in mijn hoofd ben ik even Robert de Niro in Taxi Driver) ja dus. Maar ik kan de meneer niet verstaan want de akoestiek is belabberd en hij blijft behoorlijk op afstand. Dus ik loop, tegen de pijlen in! toch naar die meneer toe. “ik versta u niet”. Hij zegt: “…. voor …. fietsen”. Ik snap er niks van, ik heb de pijlen toch gevolgd? Ik loop nog verder naar hem toe. “alleen voor electrische fietsen!”. Ohhhh….sorry hoor. Ik kijk nog een keer waar mijn fietst staat. Potjandorrie, er is naast al die pijlen ook iets groens op de grond. “electrische fietsen”. Ok, no problem. Ik verhuis mijn fiets 4 meter verderop. Opnieuw hoor ik de meneer van de fietsenstalling iets zeggen op de ‘je-doet-iets-niet-goed-toon’. Naast mij was ondertussen een man begonnen precies hetzelfde te doen als ik. Hij realiseert zich dat de toon voor hem is, hij denkt dat ‘ie het verstaan heeft en valideert nog even: “oh, alleen boven parkeren? Goed hoor, en hij begint al te tillen”. Neeheee, denk ik. Ik bemoei me ermee en wijs de man op de groene sticker op grond. Ohhhh… hij snapt het nu ook.

Volgende vraag: hoe kom ik weer uit de fietsenstalling? Ik volg de pijlen, zo diep was ik nog nooit in de fietsenstalling. Ik ga onder de trap door en kom warempel aan de andere kant uit. Het werkt. Ik kan nu aan de andere kant van het nieuwe hekje weer naar boven via dezelfde trap. Ik voel me tegenwoordig vaak als een knikker op een knikkerbaan, als een willoos object op allemaal omwegen gestuurd. Ik kijk omhoog en zie aan de andere kant van het hekje de meneer die na mij bij de groene sticker wilde parkeren. Fout. Zo kom je dus niet uit de stalling. Hij snapt er niks meer van. En de meneer van de fietsenstalling begint ongeduldig uit te leggen hoe hij had moeten lopen. De hele dag… De hele dag moet de fietsenstalling-man aan iedereen alles uitleggen. Alsof je in Amsterdam woont en er de hele dag toeristen op het fietspad lopen als domme koeien. De heeeeele dag, elleke dag… pffff, respect.

Ondertussen ben ik boven en loop ik de bieb in. Weer pijlen op de grond. Mijn gewone route naar de koffiecorner lijkt… check: verboden. Rechts van mij staat een desinfectie pompje; moet dat? Ik zie geen pijlen met “koffiecorner” erop. Zucht… Ok, volgende avontuur.

Alhoewel ik me ergens zorgen maak over mijn aanstaande vakantie naar Oostenrijk, waar nog veel meer regels en nieuwe gewoontes zullen zijn die ik niet ken, kan ik mij waarschijnlijk geruststellen met de gedachte dat ook in Oostenrijk, alle Oostenrijkers zich toerist zullen voelen.