Homo Plasticus

Plastic is overal tegenwoordig. Het zit in de zee, in de vissen, in je eten, in de lucht, in je poep. Zit het al in je bloed, in je ongeboren kind, in je hersenen en in je botten? En waarom? Omdat we zijn gaan roeren in de boerenyoghurt met vruchten

De mens, Homo Sapiens, is niet gemaakt voor plastic integratie. Althans, destijds toen we evolueerden was er niet zoveel plastic, dus ik gok dat we niet zijn ontwikkeld en geëvolueerd om plastic-tolerant te zijn. Ik ben zelf een beetje lactose intolerant. Dat is al lastig genoeg. Maar ik gok dat ik enorm plastic intolerant ben. Net als waarschijnlijk de meesten van ons.

Maar wie weet ontstaan er straks plastic toleranten. Dan krijg je een tweedeling. Homo Plasticus en Homo Sapiens. De Homo Sapiens hebben een ‘natuurlijker milieu’ nodig dan de Homo Plasticus. Dat wil zeggen, een milieu dat geen plastic in zich heeft. In de ‘echte vrije natuur’, volgens de Van Dale zou ook de Homo Sapiens het moeilijk hebben. Onze spijsvertering, gebit en spierstelsel is ondertussen helemaal ingesteld op gekookt voedsel, te bereiken via auto of Über delivers.

Dus misschien moet ik niet alleen over de Homo Sapiens en de Homo Plasticus praten, maar aangezien de Homo Urbanus, of zoiets, nog niet zo heel bekend is (ook niet bij mij), laat ik het nog even bij Homo Sapiens.

Anyway, die Homo Sapiens heeft zuivere lucht, plastic vrij voedsel en natuurlijke materialen nodig in zijn lichaam om niet ziek te worden. De Homo Plasticus overleeft prima en aanzienlijk goedkoper, in de plastic.

Hmm, interessant. Dit doet me opeens aan een film denken, een bizarre Zuid-Afrikaanse film District 9, waar aliens waren geland in Johannesburg (of Kaapstad, daar ergens). In tegenstelling tot alle andere alien films tot nu toe, kwamen ze dit keer niet de aarde overnemen. De aliens waren zwaar vermagerde vluchtelingen! Origineel toch? De mens vond ze maar lastig en vies, en liet ze in een soort ghetto een beetje aanmodderen als derderangs burgers, of 4e, misschien 5e. Uiteindelijk, hoe doet er niet toe, ontstond er een half-mens-half-alien. Die had het best zwaar, want hij ging van 1e rangs burger naar 3e/4e/5e rangs en de film eindigde ook niet direct met een happy ending voor deze ‘man’. Maar ergens voelde je aan: dit is de toekomst.

Onze eerste Homo Plastica zullen waarschijnlijk ook vanuit de 3e rangs burgers komen. Want alle rijken mensen hebben geld voor bio-voedsel en zullen hoge dijken en muren bouwen tegen de gevolgen van klimaatverandering en plastic infiltratie. Misschien bouwen ze wel een grote bubbel over Europa heen waar binnen de lucht continu gefilterd wordt, of ontwikkelen ze maskers en gaat al het eten door een nieuw Philips product: de Ontplastificeerder. De rijke mens hoeft dan dus niet te evolueren om te overleven, zijn levensstandaard wordt alleen nóg schreeuwend duurder. Dat leidt dan weer tot dat er een slechts zeer kleine groep in staat zal zijn zo te leven en een zeer grote groep aan een evolutie experiment wordt blootgesteld: overleven in de plastic soep. Diegenen die evolueren tot plastic-toleranten komen als winnaars uit de bus. (De rest… groot drama). Plastic zou zelfs een catalysator voor de winnaars kunnen zijn, een extra voedingsbron die de rijke Homo Sapiens ontberen. Why not, er zijn ook enzymen die plastic kunnen verteren.

Nouja, en dan is het een kwestie van tijd. De Homo Sapiens functioneerde in een systeem waarbij de armen voor de rijken werkten. Daar heb je een bepaalde schaal voor nodig. Zoveel rijken tegenover zoveel armen. Maar het aantal armen is drastisch afgenomen. Want iedereen die arm was én niet wist te evolueren in de plastic soep, onderging een drama. Blijft over: een handjevol Homo Sapiens, kwetsbaar in de nieuwe natuur en zonder hun systeem van rijkdom en een handjevol Homo Plastica. Zij gedeien met minder moeite in het plastic milieu, ze nemen dus toe in getalen en ze zijn misschien wat geïrriteerd door die voormalig rijke Homo Sapiens.

Even wachten totdat de massa Homo Plasticus groot genoeg is en: revolutie of gewoon domweg het uitsterven van de Homo Sapiens. Net als dat destijds de Neanderthaler een tijdje naast de Homo Sapiens leefde, misschien valt er nog iets te redden door het mixen van een Homo Sapiens met een Homo Plasticus. Maar uiteindelijk wordt Homo Plasticus toch echt de nieuwe norm.

Zoiets, dus…

LSaaS: less service as a service

Ik snap het niet. Er is een uitdrukking, die de indruk wekt dat gesneden brood een fantastische uitvinding is. Ik moet ook eerlijk zeggen, het is best handig. Het scheelt tijd en je krijgt een consistente dikte die precies goed is voor een laagje hagelslag. Ik ben ermee opgegroeid. Ik weet eigenlijk niet beter.

http://www.eltnest.com/2018/04/idiom-of-day-best-thing-since-sliced.html

Maar op werk hebben we sinds een tijdje iets heel lux waar je dan iets meer voor betaalt dan een gesneden sneetje: zelf je brood snijden… wow…. wie wil dat nou niet?!…. en het verkoopt! Daar gaat de uitdrukking the greatest thing since sliced bread. Zelf snijden is meer werk én het kost meer geld én je hebt de kans om in je eigen vinger te snijden. Wie dit verzonnen heeft is b r i l j a n t. Het is ‘less service’, in een chique verpakking.

Zo is er ook die andere ‘uitvinding’ waar ik de laatste tijd bijna dagelijks tegenaan loop. Self service afrekenen bij de Albert Heijn. Wow… handig! (not, want het gaat helemaal niet sneller) en goedkoop! (not, want ondanks dat je het salaris van een kassière bespaart, krijg je als klant geen korting). Ik snap het niet. Waarom gebruiken zoveel mensen de self-service? Snappen ze dan niet dat dit het einde is van de kassière, het enige menselijke contact voor oude dametjes die de hele week alleen thuis zitten en voor wie de boodschappen-doen hét sociale uitje van de dag of zelfs week is? Of voor mensen met een sabbatical ??

Wederom een voorbeeld van hoe de digitalisering van het klantcontact gelijk staat aan het ontmenselijken van het klantcontact. Mensen besteden een groot deel van hun tijd aan consumeren, ofwel als consument, ofwel als leverancier (al dan niet direct of indirect leverend aan de consument). Als we alles ontmenselijken, waar is dan nog het persoonlijk contact? Waar is de kans om een grapje te maken met de kassière, of andersom, zij met jou? De kans op misschien wel de enige glimlach die je die dag gaat krijgen? Ik ben 7 jaar kassière geweest (I know, ik ben partijdig). Ik heb notabene een date gescoord vanaf de kassa! Een goeie! Tenzij ze Tinder op de self service downloaden, gaan we het digitale equivalent daarvan via de self service echt niet snel meemaken.

De Hema, ik HOU van Hema, maar toch… de Hema heeft een bordje hangen in hun restaurant bij hun self-service koffie automaten. Dat je niet op de koffie hoeft te wachten… 10 minuten stond ik daar… te wachten totdat 5 mensen voor mij zelf hun koffie geschonken hadden. Niemand praat met niemand. Iedereen staat zich daar ongemakkelijk te voelen dat ‘ie dat ding niet sneller kan bedienen. Wat ik dus zo lullig vind aan dat bordje, is de BS. Die self-service staat hier niet om de klant een plezier te doen. Als twee man personeel twee koffie automaten hadden gehad, had het sneller gegaan én gezelliger. Die automaat staat hier zodat je minder personeel hoeft in te huren en dus kosten kan besparen. En dat is een legitieme keuze! De Hema ís ook goedkoop. De koffie is super goedkoop én je mag er gewoon verwarmd en onder het genot van een gezellige aankleding, misschien wel de hele dag, vertoeven. Maar doe niet alsof je de welzijnswerker bent terwijl je de klant wijs probeert te maken dat het allemaal voor hem of haar is. Self-service is gewoon less service.

Als voormalig AH kassière, als consumens en als kleindochter van mijn reeds overleden oude omaatje, ben ik dus tégen de ontmenselijking van de supermarkt. Ik wil dat er kassières blijven bestaan! Ben je het met me eens, doe dan mee en ga gewoon lekker in de rij staan de volgende keer dat je bij AH bent, ook al is ‘ie lang. Ga lekker kletsen met de mensen voor en achter je en geef de kassière een vriendelijke ‘goedemiddag’ en een oprechte ‘dankjewel’ als je weer vriendelijk bent bediend. Daar doet hij of zij, haar of zijn best voor. Geef een knipoog als het op de één of andere manier niet freaky is of probeer een goeie grap te maken. Maak elkaars dag. Misschien kunnen we het dan nog zo lang mogelijk uitstellen. Misschien komt er van uitstel alsnog afstel.

Lukt dit nu allemaal niet, moeten we straks toch allemaal anoniem en zonder enig menselijk contact onze boodschappen binnen halen, met een interactie zo dood en karakterloos als een parkeerautomaat, dan… I don’t know. Dan gaan we daar iets op verzinnen. Misschien dat bedrijven dan iets als ‘human service’ gaan introduceren en er extra geld voor vragen.

Pam, je haar danst

Wat is dat toch met naar de kapper gaan. Je denkt eigenlijk nauwelijks na over je haar. Je doet het gewoon zoals je het doet. Soms werkt het mee en zit het hartstikke leuk. Soms is het hopeloos en doe je gewoon een vlecht erin en probeer je het te vergeten. Haar speelt maar een kleine bijrol in je leven.

En dan opeens. Opeens out of nowhere MOET je VANDAAG NOG naar de kapper… want zo kan het echt geen dag langer! Terwijl je dus de dag ervoor nergens last van had. En je haar groeit ‘s nachts echt niet opeens 5 cm. Wat is dat toch?

Ik had die ‘acute-kappers-drang’ vorig weekend opeens. Ik wist me te bedwingen door gebrek aan zowel goede kapper als tijd om te gaan. Gisteren zei een vriendin nog tegen me: “wow, wat is je haar lang en het is mooi vol.” Ik blij blij. Er is dus blijkbaar niks mis mee?

Maar nu zie ik in de trein opeens een vrouw met wat eruit ziet als recent geknipt haar, kort tot bob. Het haar beweegt en heeft een duidelijk ‘model’, het is ongeveer mijn kleur en soort en het heeft ‘leven’ en ik denk: SHIT!! Ik mis dát! Ik mis het gevoel van net geknipt haar, van een kapsel met lef, van vernieuwing, ik mis het gevoel van leven… Ik val van mijn stoel van deze ontdekking, maar naar de kapper gaan geeft mij dus het gevoel dat ik leef…

Ik weet niet of dit gelezen wordt door kapperszaken of reclamehuizen. Maar for the record, als je nog inspiratie zoekt voor een goede reclame, you’re welcome.

Maar… nu was ik een boek aan het lezen, over non-violent communication, en dat boek vertelt over dat er altijd een behoefte zit achter gedrag en emotie enzo. En wil je echt ‘impact’ maken, dan focus je je op de behoefte, niet het gedrag. Mijn behoefte is duidelijk: het gevoel dat ik leef. Maar die kan vast op een heleboel manieren vervuld worden. Sterker nog, ik denk dat die behoefte een drijvende kracht is achter de koopziekte. Mensen hebben al die spullen niet nodig, ze willen vernieuwing. Want vernieuwing geeft het gevoel dat je beweegt, dat je leeft. Daar zit de uitdaging met duurzaamheid, want hoe kunnen spullen die 20 jaar mee gaan aan die behoefte voldoen? En misschien is het ook wel dat die ‘vernieuwingsbehoefte’ groter wordt door de relativiteit van andermans vernieuwing. Als iedereen elk seizoen zijn kledingkast vernieuwt, dan zijn jouw kleren opeens een stuk sneller oud. Hoe blijf je je dan toch ‘alive’ voelen?

De hamvraag m.b.t. duurzaam leven en consumeren is wat mij betreft dus iets als: hoe kan je jezelf telkens vernieuwen zonder te veranderen van spullen, althans zonder hun waarde zo goed als te vernietigen. Want volgens mij is vernieuwen een levensdrang, net als voortplanting, dat ontkennen is dus een gegarandeerd recept voor falen.

Even puur naar kleding kijkend: hoe kan je dat blijvend vernieuwen zonder waarde te vernietigen? Ruilen is een optie, binnenste buiten keren (maarja, je hebt maar twee kanten dus daar ben je snel doorheen), verven (maar dan wel met natuurlijke verf), verstellen (korter, langer, nauwer, wijder), versieren, op verschillende manieren dragen en combineren…

Of moeten we de oplossing niet zoeken in consumeren? ‘Hoe kan je mensen meer het gevoel geven dat ze leven?’ Of in kapperstermen: dat je haar danst?

Everybody likes a clean toilet

Ik woon in een boomrijke straat. Heerlijk! Vanuit mijn eerste verdieping voorkamer kijk ik in de zomer uit op één en al groen. Ookal is de overbuurman een soort fabriekspand. Ik zie het niet. En als ik de straat in fiets en ik zie die haag van mooie bomen en bladeren terwijl de zon er doorheen schittert, pure schoonheid en rijkdom.

Die bomen staan in de hele straat. Dus overal waar je kan parkeren, staat ook een boom. En in die bomen zitten vogels.
Vogels zijn net als mensen. Ze moeten ook naar de wc, elke dag. En dat doen ze dus, wonend boven mijn auto. Ze zijn zeg maar, de bovenbuurman, en er is geen riolering. Dat wil zeggen, mijn auto is hun riolering.
Laatst had ik drie dagen geen auto gereden. Ik heb ze geteld; het waren ongeveer 85 toiletbezoekjes. Ongeveer, want ze zitten ettelijke meters boven mijn auto. Dus de output van het bezoek, is misschien al mid-air in tweeën gespleten voordat ie op mijn auto belandt. Dan heb je twee stuks dicht bij elkaar die, voor zover ik het bestudeer, veel op elkaar lijken, maar niet noodzakelijk van één stuk waren. Wat ook kan – gebeurt best vaak eigenlijk – is dat ze precies op de rand van mijn dak ‘bezoeken’ en dan druipt ‘ie, vooral bij een extra natte witte, zo helemaal langs het raam, als ik pech heb, over mijn handvat, door tot aan de grond. Dat tel ik dan wel als één actie hoor, als ‘ie aan één stuk door is. Maar zo niet, dan twijfel ik.
Aan de overkant van de straat is het over het algemeen nóg erger dan aan mijn kant. Dat zijn ook andere bomen. Het bezoek daar lijkt meer bessen in zich te hebben. Ook meer pectine. Het klontert tot paarse… klonten.

Ik ben al zo vaak bij de wasserette geweest, minutenlang vergeefs richtend op zo’n klont met de hogedrukspuit. Uiteindelijk geef je toe en gebruik je soms toch een spons om de hele hardnekkige los te krijgen. Het is toch je autolak… die spons spuit ik dan weer af met de hoge druk.

Ik geloof ook wat ze zeggen over vogels, over dat ze verrassend intelligent zijn. Ik vond een keer een beginnend nest op mijn achterbalkon. Nog geen eieren (for the record). Maar dat nest heb ik z.s.m. opgeruimd. Mijn auto de volgende ochtend…de volledige voorruit bedekt. Ik moest terug naar binnen om met een gevulde waterkoker voldoende van de voorruit af te vloeien om uberhaupt de ruitenwissers aan te kunnen zetten. Slimme beestjes.
We hebben aan het einde van de straat van die ondergrondse vuilcontainers met een sticker erop: “de meeste mensen houden het hier schoon”. Die containers, en met name die stickers, zitten voor zover mogelijk nóg meer onder. Die vogels lachen zich suf.
Ik kan ook zweren dat de verhouding bezoek per uur verdubbelt nadat ik mijn auto heb gewassen. Niet onlogisch. Ik kies ook altijd het schoonste toilet als het even kan.

Nu zit ik dus al een tijdje aan een auto-doek te denken. Zo’n zeil ofzo dat je over je auto heen drapeert. Op die manier komt het op het doek i.p.v. op mijn auto. Is beter voor de lak. Ja…
Maar dan heb ik wel een heel doek vol met klonten om iets mee te doen. Ik vind een spons met klonten al erg. Dat doek zou ik dan opvouwen door, net als bij een tent met een natte bodem, de vieze kant tegen de vieze kant te vouwen. Ik stel me dat zo voor als dat ik een doek aantref met 85 bezoekjes. Ik maak het doek dan voorzichtig los van de auto. Daarbij fingers-crossed dat de bevestiging aan de auto niet precies onder een dikke klont zit. En dan moet ik het doek, gelijktijdig vanaf de linker- en de rechtervoorkant, optillen en tot het midden van het dak vouwen. Vervolgens ook met de achterkant. Ziet er moeilijk uit, in mijn hoofd. Vraagt denk ik de hulp van een buurman ofzo. Wie wil?
Daarna moet ik nog een paar vouwen maken zodat ik uiteindelijk een opgevouwen pakketje heb wat ik IN de auto kan leggen. Raar idee. Ik heb geen zin om het bezoek mee te nemen met mijn auto, maar als ik dan mag kiezen, liever buiten ‘op’ de auto dan binnen ‘in’ de auto, met mij erbij. Geen idee ook hoe dat ruikt, vogelbezoek. Of wat er gebeurt na een tijdje. Als t zomer is en je ergens parkeert waar het doek niet op het dak kan, en het dus in de auto ligt te bakken… Misschien is het wel ongezond.

Ook benieuwd wat er met het doek gebeurt na een tijdje en dus ook na een steeds verdere opeenhoping van bezoekjes. Zouden bepaalde plekken meer bezoek krijgen dan andere? En zou dat dan leiden tot dikkere plakkaten die groeien en uiteindelijk gaan brokkelen? Dat is ook niet fijn voor de auto. Grote kans dat er dan toch iets ontsnapt uit het opgevouwen doek en dan op de vloer van mijn kofferbak belandt.
Hopen ook dat natte bezoekjes niet aan het doek gaan plakken in de vouw. Dan zou ik later, bij het weer uitpakken, mijn doek niet meer uit elkaar getrokken krijgen.

Het schoonmaken van het doek moet natuurlijk ook gebeuren. Misschien minder vaak dan een auto dat juist bezoek heeft gehad, maar de vraag is hoeveel bezoek je op een doek verantwoord kan verzamelen en mee rond kan blijven rijden voordat je het schoon moet maken. En hoe doe je dat eigenlijk, het doek schoonmaken?
Met doek naar de wasserette rijden, doek ter plekke op de auto spannen, en vervolgens de auto door de wasstraat rijden? Weet niet of dat goed gaat in een wasstraat. Zo niet dan toch met de hogedrukspuit. Eerst spoelen, misschien daarna ook met zeep, i.v.m. de geur. Borstelen? En dan afspoelen en nat weer opvouwen en meenemen. Lijkt me best zwaar eigenlijk, zo’n nat doek… gedoe.

Voorlopig houd ik het dus nog maar bij het ‘naakt’ parkeren van mijn auto, hopende op een zo strategisch mogelijk plekje qua hoeveelheid bovenburen.

Boerenyoghurt met vruchten en de planeet aarde

Een goede vriendin van mij, laten we d’r Sonja noemen, heeft een tijdje een soort thuis-restaurant gehad, alleen voor vrienden. Je kreeg een email met inzicht in wat de pot zou schaffen, je gaf jezelf op, betaalde 2 of 3 euro, at gezellig samen met diegenen die er die avond ook waren en werd dan vriendelijk gevraagd rond 21 uur ongeveer weer te vertrekken. Sonja wilde graag koken, haar vrienden wilden graag eten. Super concept.

Op een avond was er ook toetje: boerenyoghurt met vruchten op de bodem. Ik weet niet of je ze (nog) kent, maar het waren grote emmers met dikke yoghurt en op de bodem een laag rode vruchten. Het was dikke yoghurt dus het mengde niet zomaar. Je kon in principe prima eerste alle yoghurt opeten en pas als je daar doorheen was, de vruchten. Of je kon proberen een schep te nemen van onder naar boven, verticaal steken, zodat je een hap zou hebben met zowel yoghurt als vruchten.

Ik ben een toetjesmens, dus die emmer had ik allang in de gaten en ik zat ook al te broeden op hoe ik die vruchten op de bodem ging bemachtigen. Iemand dacht even iedereen een plezier te doen. Hij pakte een lepel, stak hem tot aan de bodem in de pot en ging flink roeren.

“NEEEE” schreeuwde Sonja uit. Ze was helemaal verbolgen, “hoe kan je dat nou doen!?!?”. Zij was dus iemand die graag de zaken gescheiden hield, yoghurt scheiden van de vruchten. Dit was, zei ze, zodat je beiden kon blijven proeven. Dus dat je op je bordje zowel vruchten als yoghurt had, maar gescheiden. Op die manier kon je met het ene hapje yoghurt proeven, met het andere de rode vruchten. En dus niet continu alleen maar de gemengde roze brei. Weer wat culinairs geleerd.

boerenyoghurt met vruchten – gemengd

Ik denk vaak aan die yoghurt de laatste tijd, maar dan als analogie voor de planeet aarde. Ik zat me laatst weer zorgen te maken om al dat plastic in de oceanen en overal. En dat we daarmee onze ‘natuur’ vernietigen. Ik had een app gevonden die je stimuleert om plastic en andere troep op straat op te ruimen; Litterati. Andermans troep trouwens. Alles wat je opruimt fotografeer je en label je (coca-cola blikje, pakje Marlboro, AH-verpakking van het één of ander, etc.). Door de labels is de organisatie vervolgens in staat om de gerelateerde bedrijven aan te spreken. Bijvoorbeeld omdat hun producten nummer 1 staan op de straattroeplijst. Interessant toch en hoopvol? Maar het is ook deprimerend. Want er komt geen einde aan. Als je eenmaal gaat focussen op de troep, dan zie je het o-v-e-r-a-l. En ik heb dus gewoon niet de tijd, noch een groot genoege vuilniszak bij me, om op mijn fiets onderweg naar werk, elke 20 meter te stoppen om andermans zooi op te ruimen. Ik begrijp dat niet iedereen die app heeft en mee helpt andermans troep op te ruimen. Maar er zijn dus ook ongelooflijk veel mensen die gewoon troep toevoegen! Irriteert me mateloos. Zijn die mensen van de planeet Mars ofzo? Hebben ze een andere planeet waardoor troep maken op deze niet hun probleem is? Hebben ze geen kinderen of kennen ze geen kinderen die nog een planeet nodig hebben voor hun toekomst of willen ze nooit kinderen? Snap ik echt niks van.

Terug naar het plastic ‘probleem’, aangezien ik zo moedeloos word van proberen de boel op te ruimen, cq zaken op te lossen. Hoe zit dat nou precies met plastic?

Plastic is gemaakt van olie. Olie zit diep in de aarde. Althans, het zát diep in de aarde, totdat we het begonnen op te graven. Het is daar gevormd, ooit, miljoenen jaren geleden, zonder dat daar mensen aan te pas kwamen. Als ik het goed begrijp: Dikke lagen dood plankton op de zeebodem, daar overheen een ondoorlatende laag rotsen en klei. Onder hoge druk en met een heleboel tijd verandert het plankton dan in aardolie. Oftewel, plankton is puur natuur… plankton maakt olie… olie maakt plastic ergo plastic is van puur natuur… dus waarom is plastic in het ‘milieu’ dan zo’n probleem?

dying in pink

Als we de yoghurt er weer bij halen… er zijn dus zieltjes die dood gaan als ze olie of plastic binnen krijgen. Vogels, maar ook gewoon mensen als ze niet opletten. Dus die zieltjes hebben een scheiding nodig tussen de olie en de ‘nieuwe natuur’ (de bovenlaag van de aarde) zodat ze alleen ‘natuurlijke’ zaken eten. Vissen en vogels die kunnen niet zo goed onderscheid maken tussen plastic en echt eten. Mensen wel, maar mensen kunnen weer geen onderscheid maken tussen vissen met plastic in de maag en vissen zonder. Sterker nog, de plastic deeltjes zijn ondertussen zo klein, dat ook wij mensen ze niet meer gemakkelijk uit ons eten, onze lucht en ons leven kunnen weren. Met andere woorden, we hebben dus, net als de boerenyoghurt, een lepel diep in die aarde gestoken en zijn gaan roeren. Nu is alles één grote brei aan het worden, terwijl die brei helemaal niet gezond is om in te leven… Althans, dat moet nog uitgezocht worden.

Ik word heel moedeloos van personen die klimaatverandering niet serieus nemen, of die denken in termen van: het komt vanzelf wel goed (zij van mij vast ook). ‘Het klimaat herstelt zichzelf wel’. Ja, ok, vast. Maar weet je wel hoe lang dat duurt?!?! Misschien denken ze dat de impact iets is in de trant van een atoombom. De schade van een atoombom herstelt inderdaad in een decennia of twee? Geen idee drie? Dertig? Hoe lang voordat Tsjernobyl weer bewoonbaar is?

Vooral als de klimaat-ontkenner een hoop geld heeft irriteert ‘ie me mateloos. Wedden dat Donald Trump, als rijke vent, voor de zekerheid, ookal gelooft ‘ie niet in klimaatverandering… wel alvast ergens een bunker ofzo heeft laten bouwen. Zodat IF the shit does hit the fan, hij geen direct probleem heeft.

Een paar maanden terug las ik over de vroege jaren van de aarde. Dit wist ik dus niet, maar in het begin was er geen zuurstof op aarde!! Als wij als mensen een tijdmachine uitvinden en we gaan ‘ff’ een paar miljard jaartjes terug, dan kunnen we daar dus helemaal niet ademen!! De biologie van de mens, zoals ‘ie vandaag de dag is, is dus niet geschikt voor de aarde in al zijn mogelijke hoedanigheden. Die dampkring, die was er in het begin helemaal niet!! Eerst moesten micro-organismen op ieniemienie schaal zuurstof maken voor een heeeeeeele lange tijd, voordat er genoeg zuurstof was om langzaam aan een klein zuurstofdekentje te vormen over de aarde. Ik dacht altijd: ‘wat niet is, kan nog komen. Maar wat is gekomen, kan dus ook gewoon weer gaan!’. Oftewel, met al die troep die we ook de lucht in sturen, CO2, zitten we ook daar de boel te veranderen. We praten telkens over dat er teveel CO2 de lucht in gaat, maar betekent dat niet ook gewoon dat er dus minder zuurstof in de lucht is…?

Dan toch een beetje optimisme. Kunnen we de plastic niet terug stoppen? En dan weer een speciale laag erop? Kunnen we niet een soort grenzen creëren, leefbare zones en onleefbare zones? Bij voorkeur het model aanhouden wat we hadden, onleefbaar onder de grond, leefbaar boven. Net als de boerenyoghurt. Dan moeten we wel even de boel opruimen… alle plastic verzamelen. Het onder hoge druk de grond in pompen. Bij voorkeur op plaatsen waar we de boel eerder leeg hebben gehaald (Slochteren, Saoedie-Arabie, etc.).

Want ik maak me wat zorgen over de evolutie capaciteit van de mens. Zijn wij wel in staat om ons op korte termijn dusdanig te evolueren dat we in staat zijn om in de oliebrei te overleven? Iedereen maar bang voor AI en dat de mens straks half machine is. Misschien moeten we een soort schimmel of bacterie in onszelf cultiveren dat plastic af kan breken… Net als dat je mensen hebt die lactose tolerant zijn. Zouden we binnenkort de Homo Plasticus ontwikkelen?

De logistiek van de bamboo-beker

Ok, hoe moet dit?

Ik snap ook wel dat zo’n bamboo beker, die je overal mee naartoe neemt en die je bij de Starbucks vol laat schenken i.p.v. dat ze weer een weggooi beker gebruiken, idioot hipperdepip is. Ik maak mezelf absoluut wijs dat ik hiermee toch maar weer een steentje bijdraag aan het milieu. Het zal eerder baten dan schaden toch? Ja, misschien is het vooral een aflaatbrief, zo’n idioot dure bamboo beker. Zodat ik me minder schuldig voel over het feit dat ik wel met de auto naar die Starbucks ben gereden om met mijn bamboo beker koffie te drinken.

Anyways… er zit nog wel een uitdaginkje in de logistiek van die dingen. Ik ben namelijk chaotisch. Dus als ik spullen te veel beweeg, dan ben ik ze binnen no time kwijt. Ik heb dus een koffiebeker voor in de auto en een koffiebeker voor… op de fiets zeg maar. Die tweede komt nog regelmatig ‘thuis’, waar ie dan afgewassen kan worden. Maar die eerste… Als we dat gaan doen weet ik zeker dat ik binnen no time bij de Starbucks sta zónder beker… want die staat dan thuis op het aanrecht ofzo.

Thuis afwassen is dus geen optie. Aangezien ik koffie drink IN de auto, dus NADAT ik al vertrokken ben bij de Starbucks, is afwassen bij de Starbucks ook geen optie. En in de auto…. Daar heb ik ook geen vaatwasser… Ik weet dus geen handige optie kort na het drinken, om de beker schoon te maken. Gevolg: de beker blijft ongewassen totdat ik weer auto rij en bij de Starbucks ben. Ik vraag dan netjes of de koffie in mijn eigen beker kan en ik vraag “kunt U mijn beker even omspoelen?”. Dat ging een tijdje goed.

Totdat ik vorige week bij de Starbucks was… Ik weet niet hoe lang het geleden was dat ik mijn beker had gebruikt. Maar hij was duidelijk niet gewassen na de laatste keer. Laat ik het kort omschrijven. Ik was laatst in een museum in Utrecht wat een expositie had over schimmels. Nou… mijn beker paste in de collectie. Ik probeerde hem nog zo goed en zo kwaad te legen op de parkeerplaats en liep naar binnen. Gedachte ballonnetjes: “Ze hebben vast kokend water om hem schoon te maken”. “Ze kijken vast niet eerst ín de beker” (wat ik zelf ook niet te veel wilde doen).

Ik vroeg netjes: “kunt u in deze beker… en kunt u hem eerst even goed schoon maken”. Met de nadruk op goed. Haar oren spitsten. Ze gaf aan dat haar enige middel een simpel koud spoel apparaat is… “oh oh” denk ik.. Ze vroeg: “hoe vies is ie dan?”.

“Uh nou”….

“want als er schimmel in zit dan wil ik hem niet gebruiken. Straks wordt u ziek, en dan heb ik het gedaan”

Ik voelde me nu serieus betrapt op mijn… tsja, hoe zullen we het noemen… viezigheid? Ik denk dat ik rood werd en ik stemde in met een gewone weggooi beker. Beschaamd probeerde ik mijn bamboo-beker snel subtiel weg te stoppen in mijn tas. Het duurt eeuwig voordat ik eindelijk mijn koffie kreeg en weg kon van de plek waar ik was betrapt. Ik kreeg mijn koffie, niet alleen in een weggooi beker, nee OOK NOG EENS met een plastic weggooi deksel. CRAP… dubbel mislukt.

Sindsdien staat de beker binnen bij mij. Grondig afgewassen. Maar vergeten in de auto plaatsen. Misschien moet ik naast de beker een fles water meenemen. Om hem tenminste direct na gebruik om te spoelen zodra ik ergens aankom. Ingewikkeld hoor, hip en moeilijkvriendelijk.

Burnout voor Beta’s

Wij hebben op werk flexplekken. Op vrijdag is het altijd drama want iedereen is op kantoor dus je zoekt je suf naar een ergonomisch verantwoorde werkplek. Na struinen over afdelingen en verdiepingen kwam ik uiteindelijk te zitten naast iemand van HR. Oeh interessant! Al snel ging het over ‘ Vitality’, balans etc. Vol passie, aan beide zijden.

Ik werk in de advisering. Altijd rennen of stil staan. Er is ofwel te veel werk en dan is het stress. Of er is niet genoeg werk en dan moet je met de grootste noodzaak de offertes verkocht krijgen: ook stress. Meestal heb je meerdere bazen die elkaars bestaan lijken te vergeten. Dus iedereen doet een beroep op dat stapje extra, het stukje werk dat je niet verkocht hebt, niet in dat verkooptraject waar we vooral tot de bodem van de bodemprijs moesten gaan. En ga je weer eens klant- of baasvriendelijk over de grens die je had afgesproken dan hoor je niet altijd een “doe maar niet”. Grenzen bewaken, nee sorry: grenzen bepalen en stellen (dat moet eerst) en daarna grenzen bewaken, dag in dag uit, is skill nummer 1 in consulting, wat mij betreft. Als ik de uitdaging ter discussie breng zie ik altijd een plaatje voor me van douaniers. Helaas zijn ze nodig, met geweer en al.

Ik ben er niet zo goed in. Niet in het bepalen van grenzen, niet in het stellen (denk ik) en ook niet in het bewaken. Ik vind het al heel wat dat ik na jaren zo ver ben dat ik weet dat het bepalen en het stellen van grenzen minstens zo belangrijk is als het bewaken ervan.

Dus ik heb ervaren hoe het is om te vaak te ver over mijn grenzen te gaan met alle ‘work-life balans’ problemen als gevolg. Na het herstellen, of het weer opkrabbelen is een betere uitdrukking, ben ik daarom vrij actief geworden binnen mijn afdeling op het onderwerp ‘work-life balance’, of ‘Vitality’ zoals het tegenwoordig moet heten. Potatoes, potatoes – hoe zorg je ervoor dat je je zelf niet ongelukkig stressed? Ik leid nu een klein groepje binnen de afdeling waarmee we issues aan de kaak stellen en we werken aan mogelijke oplossingen. D.w.z. als we tijd hebben, zonder stress, werken we eraan. Dat is dus niet zo vaak…

De HR dame vertelde over haar ervaring. Ze zei dat veel mensen de fout maken, als het druk is op werk, om dan te bezuinigen op zaken als ‘vrienden en familie (social)’ en ‘sport’. Ze zei: die moeten juist óók toenemen. Ik dacht ja… interessant… Qua balans snap ik het. Maar toen ging ze het tekenen, op het whiteboard. En toen klopte het niet meer… Dat balkje, wat daar zo ongeremd de hoogte in groeit, is wel eindig. Als je op één dag of in één week meer tijd besteedt aan zowel werk, als vrienden, als sport, dan moet er ook iets zijn waar je minder tijd aan besteedt. (Want.. w i s k u n d e… )

De logica van Work-life balance

Maar nee, daar was ze het niet mee eens. Niet mee eens? Niet eens met wiskunde? Werken HR mensen in een ander sterrenstelsel? Het was natuurlijk allemaal goed bedoeld van haar zijde. Misschien bedoelde ze niet dat je meer ‘tijd’ moest besteden aan sport en sociaal, maar meer ‘energie’? of zoiets? Huh? Maar… wet van behoud van energie?

Ik probeerde uit te leggen dat mijn afdeling met name bestaat uit Beta-mensen. Beta mensen kan je niet een advies geven dat wiskundig of natuurkundig niet optelt. Daar krijgen ze jeuk van en dan nemen ze je goed bedoelde adviezen niet meer serieus. Dus we begonnen gezamenlijk aan een iteratie slag. Hoe zat het dan wel? Ging de tijd misschien af van andere zaken? Zoals televisie kijken? Of op je telefoon een beetje Facebooken?

Ik noem dit standby-activiteiten. Als ik televisie kijk, ga ik op ‘stand-by’. Ik ben er wel, maar ik ben er niet, niet echt. Ik word er niet moe van, ik word er niet uitgerust van, het is een soort: “ik ben er even niet”-tijd. Ik merk wel dat het FB-en of TV-en een soort jeuk krabt. De jeuk van: is-er-misschien-nog-iets-interessants-wat-ik-niet-mag-missen? Maar het is net als een echte muggenbult, hoeveel je ook krabt, hij blijft jeuken. Kansloze tijdsbesteding. Dus ja, ok… laten we zeggen dat er nog iets te winnen valt bij mensen qua tijd en energie. Door minder te FB-en en te TV-en blijft meer tijd over voor werk, sociaal en sport.

Hoeveel tijd dan? Vroeg ik natuurlijk weer als beta. Weer zo’n moeilijke vraag. “Doet dat er toe?” Ja, natuurlijk. Meten is weten.

Mijn smartphone vertelt mij dat ik de afgelopen week plusminus 3 uur besteed heb aan social networking. Ik gok dat dat whatsappen, FB-en en Instagrammen is. Zijn dat standby-activiteiten? Nouja nee, misschien, een beetje. Laten we even aannemen van wel, en laten we ook even aannemen dat ik deze week gemiddeld: 6*2 uur TV gekeken heb. Dat is 12 + 3 = 15 uur standby-tijd om te ruilen voor ongeveer:

6 uur werk | 5 uur social | 4 uur sport

Of die verdeling op deze manier recht doet aan de benodigde balans is even een aanname. Hoe dan ook, dat maakt dat mijn werkweek (32 uur) tot maximaal 32 + 6 = 38 uur kan worden opgerekt. Toch? Heb ik dan nu eindelijk een maximum bepaald? Een heilige grens waar we met elkaar eens en voor altijd afspraken over kunnen maken? Zodat ik niet meer dagelijks dat douanepersoneel in hoef te zetten om te voorkomen dat iedereen weer over (onzichtbare) grenzen gaat? 38 uur kan ik verwerken in planningen en forecasts. 6 van de 32 is een marge van 19%. Dan kunnen we daar dat extra stapje in plannen. Niet om het als nieuwe normaal te maken, ik krijg uiteindelijk nog steeds betaalt voor 32 uur, maar gewoon als maximale uitwijk. Als een vluchtstrook op de snelweg.

Tenzij… wat nou als we zaken gaan combineren? Wat nou als ik mijn vrienden voor mijn collega’s inruil en deals ga sluiten op de golfbaan, mijn dan dus nieuwe hobby? Bam! 15 uur extra! Kan ik zomaar opeens 47 uur per week aan mijn werk besteden, probleemloos. Zoek ik ook nog een partner op werk, en ook mijn liefdesleven is opeens een stuk efficiënter.

Ik zag mevrouw van HR een beetje twijfelen over deze wending… Voelde niet zo lekker gok ik. Misschien moeten we toch maar gewoon even genoegen nemen met die 38 uur, als bovengrens. Zie die extra 6 uur als de lengte van het niemandsland tussen Noord- en Zuid-Korea, of de DMZ – in netwerktaal. Je bent over de grens, dat is zeker, maar je bent nog niet noodzakelijk ín Noord-Korea. Kan zijn dat je per ongeluk op een landmijn trapt… dus ga in dit gebied niet onnodig rondbanjeren. 38 uur is een uitzondering, geen regel. Beetje zoals dat je op de vluchtstrook ook niet te vaak wilt rijden, laat staan met 120km/uur, één foutje en je zit in de vangrails.

Dus: 32 is de normaal en 38 uur is de nieuwe maximale werkweek (24 de minimum voordat je vakantie uren gaat schrijven), onder de voorwaarde dat ik al mijn standby tijd opgeef. En even los van het vraagstuk hoe we de beloning regelen voor die 19% extra of minder geleverd werk als dat niet gecompenseerd.

Tsundoku

Tsundoku (Japanese: 積ん読) is acquiring reading materials but letting them pile up in one’s home without reading them.

Over dat je boekenkast er niet is om te laten zien wat je allemaal weet, maar om je te inspireren met alles wat je nog wilt ontdekken! Dat is nou precies waarom ik een boekenkast in de kamer een absolute ‘must’ vind. Het verklaart ook meteen mijn unheimische gevoel bij eBooks. Ik heb ze wel, mijn rug wil ook wat, iedere keer dat ik weer idioot veel boeken mee sleep naar… anywhere. Maar die eBooks… daar kan ik ‘het’ gewoon niet op. Nu weet ik waarom…

https://fs.blog/2013/06/the-antilibrary/